Blaasontsteking

Ook honden kunnen last hebben van een blaasontsteking. Blaasontsteking bij honden wordt met name gezien bij teven, omdat deze een kortere wijdere plasbuis hebben dan reuen. Hierdoor is het gemakkelijker voor bacteriën om van buiten de blaas binnen te dringen. In de meeste gevallen is de oorzaak van een blaasontsteking bij de hond een infectie met bacteriën.

Verschijnselen van blaasontsteking

  • Vaak kleine beetjes plassen
  • Lang blijven zitten tijdens plassen / persen tijdens plassen
  • Bloed bij de urine
  • Soms wat meer drinken
  • Stinkende, donkergele urine

Onderzoek

Wanneer u het vermoeden heeft dat uw hond blaasontsteking heeft raden we u aan een afspraak te maken bij de dierenarts. Wij verzoeken u daarbij zo vers mogelijke urine mee te nemen voor onderzoek (liefst ochtendurine, maximaal 8 uur oud en bewaard in de koelkast). Omdat blaasontsteking mogelijk onderliggende oorzaken kan hebben of zich ook kan uitbreiden naar de nieren en daar schade kan veroorzaken voeren we altijd een lichamelijk onderzoek uit. Indien er afwijkingen worden gevonden in het lichamelijk onderzoek dan kan het nodig zijn om alvast een aanvullend onderzoek zoals een bloedonderzoek te doen. De dierenarts zal dit met u bespreken.

Behandeling

Wanneer uit het urineonderzoek blijkt dat uw hond een blaasontsteking heeft zal uw hond een kuur antibiotica mee krijgen. Het is belangrijk dat u voor het einde van de kuur een nieuw urine monster inlevert, zodat we kunnen controleren of de ontsteking weg is en of dat de kuur antibiotica eventueel verlengd zou moeten worden.

Wanneer een blaasontsteking na een kuur antibioticum niet verdwenen is of binnen enkele maanden terugkomt, is het raadzaam om aanvullend onderzoek uit te voeren. Er kan namelijk een onderliggende oorzaak spelen waardoor de bacteriën elke keer weer de kans krijgen om een ontsteking te veroorzaken in de blaas. Voorbeelden van onderliggende aandoeningen kunnen zijn:

  • Aangeboren afwijkingen van blaas en/of urinewegen (b.v. ectopische ureter)
  • Blaasgruis of blaasstenen
  • Prostaatklachten
  • Verminderde functie van de sluitspier (incontinentie die soms ontstaat na sterilisatie of castratie)
  • Blaastumoren
  • Onderliggende ziekten die de weerstand van het dier verlagen (b.v. suikerziekte)

Het aanvullende onderzoek kan inhouden dat we een echo maken van de blaas of bijvoorbeeld een kweek doen van de urine.