Ontworming
Ontworming
Het bestrijden van maag/darmparasieten van uw huisdier is belangrijk voor de preventieve gezondheid van uw viervoeter. Daarnaast is het ook nog eens belangrijk voor de gezondheid van u zelf. Sommige parasieten kunnen ook worden overgedragen op de mens. Ieder huisdier kan last krijgen van wormen, ook als u hem goed verzorgd en goede voeding geeft. Het feit dat u geen wormen in de ontlasting ziet betekent niet dat uw huisdier geen wormen heeft. Wanneer u eenmaal wormen in de ontlasting ziet betekend dat, dat de wormbesmetting inmiddels zo groot geworden is dat het dier volwassen wormen gaat uitpoepen of uit braken. Er is een test ontwikkeld die darmparasieten veel eerder en nauwkeuriger kan opsporen, zelfs in het stadium dat er geen eieren worden gelegd. De test toont biomoleculen aan van haakwormen, zweepwormen, spoelwormen en de parasiet giardia.
Er zijn verschillende soorten wormen die een rol kunnen spelen bij hond en kat:
- Spoelwormen (klik hier voor meer informatie over de spoelworm)
- Lintwormen (klik hier voor meer informatie over de lintworm)
- Zweepwormen
- Haakwormen
- Hartwormen (vooral in subtropische gebieden)
Bij de honden vormen met name de spoelwormen een probleem, bij katten is dit vaker de lintworm.
Hoe herkent u een wormbesmetting
De meeste (ernstige) wormbesmettingen komen voor bij pups en kittens. Zij krijgen gedeeltelijk de larven binnen via de moedermelk. Een eventuele wormbesmetting is te herkennen aan:
- Bolle opgeblazen buikjes
- Slechte doffe vachtkwaliteit
- Achter blijven in de groei
- Sloomheid
- Wisselende ontlasting of diarree
- Opbraken/uitpoepen van wormen
Een lichte besmetting is vaak lastiger te herkennen. Wormen, eitjes of wormlarven zijn soms moeilijk met het blote oog te zien in de ontlasting. Soms hebben de dieren geen verschijnselen van een wormbesmetting maar hebben ze wel degelijk wormen.
Hoe vaak moet ik mijn huisdier ontwormen?
Helaas wordt nog te vaak het belang van ontworming van een huisdier niet helemaal ingezien. Niet alleen voor de gezondheid van uw huisdier maar degelijk ook voor de gezondheid van u en uw familieleden is regelmatig ontwormen van uw huisdier erg belangrijk!
Het Europese Scientific Counsel Companion Animal Parasites (ESCCAP: onafhankelijke organisatie van specialisten die zich bezighoud met parasietenbestrijding bij dieren) heeft een richtlijn opgesteld voor het ontwormen van huisdieren.
Ontworming Hond:
- Pups vanaf 2 weken t/m 8 weken leeftijd elke 2 weken ontwormen
- Pups vanaf 8 weken t/m 6 maanden iedere maand ontwormen
- Honden vanaf 6 maanden 4x per jaar ontwormen
Ontworming kat:
- Kittens van 3 t/m 7 weken elke 2 weken ontwormen
- Kittens vanaf 7 weken t/m 6 maanden iedere maand ontwormen
- Katten vanaf 6 maanden 4x per jaar ontwormen
Voor bepaalde situaties (uitzonderingen) is het zelfs verstandiger om nog frequenter te ontwormen (4-12 x per jaar), omdat er een groter risico op, met name een Toxocara caris infectie bestaat.
Hieronder vallen:
- Dieren jonger dan 6 maanden
- Dieren ouder dan 7 jaar
- Honden in kennels
- Honden / katten die anders verblijven (gastgezin, pension) door bijkomende stress
- Honden die poep eten van zichzelf of van andere dieren
- Honden die veel loslopen tijdens het uitlaten
- Honden die veel op uitlaatveldjes komen
- Honden die rauw vlees eten
- Dieren die veel prooidieren (vogels, muizen) eten
- Jachthonden
- Honden / katten met immuunziekten of honden die medicatie krijgen die het immuunsysteem onderdrukken (prednison, atopica)
- Honden/ katten in gezinnen met zwangere vrouwen
- Honden/katten in gezinnen met kinderen
- Honden/katten in gezinnen met bejaarden
- Dieren in gezinnen waarbij een gezinslid verminderde afweer heeft of afweer onderdrukkende medicatie gebruikt
Naast regelmatig ontwormen is het tevens belangrijk dat u ook voor een middel kiest dat alle wormen aanpakt. Vele wormmiddelen verkrijgbaar bij supermarkten, drogisterijen of warenhuizen zijn onvolledige wormmiddelen. Let hier op bij aankoop.
Naast het geven van routinematige ontworming kan men er ook voor kiezen om regelmatig ontlastingsonderzoek uit te voeren om vast te stellen of er een worminfectie aanwezig is en in welke mate. Hierop kan men het ontwormingsschema aanpassen.