Reisziekte

Bijna 1 op de 6 honden heeft wel eens last van reisziekte. Dat is niet alleen heel vervelend voor het dier, maar ook voor de eigenaar.

Waarom autorijden angst en stress kan veroorzaken.

De angst en stress die dieren ervaren tijdens het autorijden, kan verschillende oorzaken hebben. Soms vindt een dier het autorijden eng vanwege het harde autogeluid of door de kleine ruimte. Maar een huisdier kan ook een nare ervaring hebben gehad in een auto: een trauma opgelopen na een auto-ongeluk kan ook bij huisdieren voorkomen. Echter ook een harde hobbel waarbij de hond of kat door de auto werdgelanceerd, of een ervaring met te hoge temperaturen in de auto, kan soms blijvende mentale gevolgen hebben. Katten die slechts één of twee keer per jaar met de auto worden vervoerd (veelal naar de dierenarts) zijn het autoreizen eenvoudigweg niet gewend. Het krijgen van een negatieve associatie ligt snel voor de hand als er aan zo’n autorit telkens ook nog een dierenartsenbezoek gekoppeld zit.

Het is belangrijk om te achterhalen hoe probleemgedrag
rondom het reizen is ontstaan.

Als je weet hoe het komt dat het dier zo angstig of gestrest is, kun je werken aan een oplossing. De eerste stap in een therapeutisch traject, na het uitsluiten van de eventueel medische oorzaken, is dus het achterhalen hoe en sinds wanneer het probleemgedrag
rondom het reizen is ontstaan. Een paar voorbeeld vragen:

  • is hij op jonge leeftijd (tijdens de primaire en secundaire socialisatiefase) nooit mee geweest in een auto, en/of is het niet goed opgebouwd?is het dier in de auto een keer heel erg geschrokken van iets (hard remmen, claxonneren, verschuiven van spullen)?
  • heeft hij zich bezeerd in de auto (klem gezeten, gevallen)?
  • heeft het dier een medisch probleem waardoor hij bijvoorbeeld pijn heeft bij het in en uit de auto springen?
  • is het probleem ontstaan na een rit naar bijvoorbeeld de dierenarts, waar het dier een pijnlijke of nare ervaring heeft gehad?
  • Heeft het dier ooit een keer in een te warme auto gezeten?

Misselijkheid of ’reisziekte’

Hierboven nog niet genoemde oorzaak, maar wel vaak voorkomend, is een negatieve associatie met autorijden, omdat de hond ooit misselijk is geweest tijdens een autorit, óf misschien nog steeds is. Dit kan vervolgens ook leiden tot extra stress en angst als je weer in de auto moet. Reisziekte, of kinetose, is een veel voorkomende aandoening bij de hond en wordt veroorzaakt door een discrepantie tussen de verschillende signalen die de hersenen te verwerken krijgen tijdens transport. Op het moment dat de informatie van het evenwichtsorgaan niet hetzelfde is als die van de andere zintuigen, kun je last krijgen van reisziekte. Door abnormale bewegingen van de vloeistof in de kanalen van het evenwichtsorgaan ontstaan de klachten die horen bij reisziekte. Hoe grootser de abnormale bewegingen van de vloeistof in de kanalen, des te groter de kans op reisziekte. Misselijkheid uitsluiten is daarom altijd de eerste stap die gemaakt moet worden om problemen bijautorijden aan te pakken. Misselijkheid is te herkennen aan speekselen, veelvuldig slikken of boeren, eventueel ook braken en diarree of sloomheid tijdens of na de autorit. Het hersengebied dat deze impulsen verwerkt wordt ook beïnvloed door onrust en angst, waardoor de effecten van de andere signalen worden versterkt. We hebben sterke aanwijzingen dat pupjes die almisselijk zijn bij de eerste autorit van de fokker naar de nieuwe eigenaar vaak hun hele leven problemen blijven houden met autorijden. Denk daarbij ook aan honden uit de commerciële internationale hondenhandel waar soms zeer hardnekkige problemen met autorijden lijken voor te komen. Niet zo raar natuurlijk als je precies na gespeend te zijn van je moeder tijdens de socialisatiefase zo iets traumatiserends moet meemaken als een lange reis met heel veel pups in een te krappe auto: mocht je daarbij ook nog wagenziek worden als pup dan kan dit consequenties hebben voor de rest van je leven.

Voorkomen is beter dan genezen

Geef de hond geen grote maaltijd vlak voor een autorit maar een kleine portie licht verteerbaar eten (ook een lege maag kan sneller voor reisziekte zorgen). Probeer wegen met veel bochten, waarbij veel geremd moet worden te vermijden. Zorg er eventueel ook
voor dat de hond uit het raam kan kijken, dit helpt net als bij mensen tegen wagenziekte. Als extra steun kan één van de eigenaren bij de hond op de achterbank gaan zitten. Om reisziekte te voorkomen kunnen voor honden ook tabletten tegen reisziekte worden meegegeven. Geregistreerd voor reisziekte bij honden zijn maropitant tabletten (Cerenia van Zoetis) en het antihistaminicum cyclizine (Reisfit, vrij verkrijgbaar). Cerenia-tabletten worden gedurende maximaal twee opeenvolgende dagen eenmaal daags aan honden
toegediend in een dosering van 8 mg maropitant per kg lichaamsgewicht om braken als gevolg van bewegingsziekte te voorkomen. De tabletten dienen ten minste een uur voor de aanvang van de reis toegediend te worden, tot maximaal 12 uur voor vertrek. De behandeling mag maximaal twee opeenvolgende dagen herhaald worden. De herhaaldosering ligt voor bij sommige individuen lager. Alleen gebruik bij dieren ouder dan 16 weken. Lees voor gebruik de bijsluiter. Voor reisziekte wordt een lichte maaltijd of snack vóór de dosering aanbevolen, lang vasten voor toediening dient vermeden te worden. Cerenia Tabletten dienenechter niet verpakt in of omhuld met voedsel toegediend te worden daar dit het oplossen van de tablet en dus de aanvang van de werking kan vertragen.

Angst en stress bij autorijden

Stressreacties kunnen onder meer voort komen uit angst. Angst bij de hond is te herkennen aan een lage houding, het proberen te vluchten, de auto niet in willen, trillen, in elkaar duiken bij het zien van de auto, bevriezen (heel stil als een blok blijven zitten), grote pupillen, wegkijken, de blaas, darmen en anaalklieren legen! Acute stress bij de hond is te herkennen aan onrustig heen en weer lopen, (op)springen, hijgen, gapen, tongelen, janken, piepen en na de rit vaak ook even uitschudden

Training

De ernst en uitingsvorm van het gedragsprobleem rondom het reizen geven een indicatie hoe een training ingezet kan gaan worden. Wordt de hond al onrustig als hij het idee krijgt dat hij weer in de auto moet, of gaat hij wel goed mee in de auto, maar begint het probleem tijdens het rijden zelf? Treedt het probleem ook op bij korte autoritten? Maakt het uit met welke personen/andere dieren hij zich in de auto bevindt of op welke plek hij zit in de auto? Is de hond ook bang voor langsrijdende andere auto's als hij buiten wandelt? Voor sommige honden maakt ook het type auto en de ruimte die hij heeft een groot verschil. Denk alleen al aan oudere dieren of dieren met een medisch probleem die minder makkelijk een hoge auto in kunnen springen. Voor die dieren kan een ander type auto of een loopplank een oplossing zijn. Sommige (grotere) honden vinden voldoende (sta) ruimte belangrijk en doen het prima in een auto met een grote achterbak (type stationcar), maar bijvoorbeeld niet in een Fiat Panda. Zowel bij pups als bij oudere honden die opnieuw moeten leren om in een auto mee te rijden, is het belangrijk om alles geleidelijk aan op te bouwen. Dit wenproces begint al door de auto eerst bij het huis of in de tuin te parkeren en de hond te laten snuffelen. Vervolgens open je de autodeur en probeer je de hond iets lekkers te laten eten in de auto (of als hem langer wil afleiden en belonen een goed gevulde Kong®), of laat hem spelen met zijn liefste speeltje rondom en in de auto. Als dit allemaal goed gaat, kun je gaan opbouwen met het sluiten van de autodeur en het aan- en uitzetten van de motor. Daarna kan er voorzichtig worden begonnen met korte stukjes rijden, bijvoorbeeld alleen in de straat. Als ook dit voldoende ontspannen lukt, kun je gaan oefenen met langere stukjes. Indien de hond op een bepaald moment iets gestrest is, dan is het belangrijk om een stapje terug te doen in het trainingsschema. Het gedrag van de hond is leidend voor de snelheid van de training. Blijf daarbij zelf zo rustig en geduldig mogelijk en straf je hond nooit. Naast deze oefeningen is het belangrijk om de autorit te laten eindigen in iets aangenaams, zoals een leuke wandeling, spelletje of een zwempartij. Dit soort eerste stappen kunnen bij de fokker al geoefend worden met pups van 7/8 weken. Dat is fijn voor de nieuwe eigenaar, die hoogstwaarschijnlijk zijn nieuwe pup in de auto mee naar huis zal gaan nemen! Zoals al eerder genoemd is het heel belangrijk om juist ook in de socialisatiefase van de pup voldoende aandacht te besteden aan autorijden. Heb je duidelijke aanwijzingen dat een bepaald onderdeel van het autorijden je dier stress geeft of angst aanjaagt, dan kan je hier heel gericht op gaan trainen. Is het bijvoorbeeldhet geluid van de motor dan kan je zelfs met een geluiden-CD aan de slag waar opnames op staan van draaiende motoren (of zelf het geluid opnemen). Vervolgens kun je het geluid gaan oefenen door het geluid geleidelijk aan steeds harder aan te zetten op je stereo-installatie. Is je huisdier relaxt bij een bepaald geluidsniveau dan kan je een lekker voertje geven en/of met hem spelen. Zo krijgt het geluid dat aanvankelijk schrik aanjoeg een nieuwe meer positieve betekenis; er wordt dus een positieve associatie aangelegd.
Dit zijn oefeningen die soms weken in beslag nemen en dus zeker niet in een middagje zijn gepiept. Plan dus alles goed van tevoren en neem royaal de tijd hiervoor. Train liever een paar maal per dag kort (2-5 minuten) dan één maal per dag een lange sessie. Zie je een terugval tijdens de training, begin dan weer opnieuw, en start op het punt dat het goed gaat, het dier dus relaxt en niet angstig is. Het is het handigst dit soort trainingen met 2 personen uit te voeren, zodat de één de handelingen kan doen met de auto, auto starten en kan rijden, en de ander de hond kan belonen voor goed gedrag (en tevens tot steun is).

Hulpmiddelen:

Wanneer een opbouw in de training lastig is, omdat een dier al zo angstig is dat hij de auto niet in wil en/of geen voer aan pakt, of als een dier last heeft van misselijkheid (zie hierboven), zijn er verschillende vormen van hulpmiddelen en/of medicatie mogelijk. Tegen de stress kan een feromoonhalsband worden gegeven of er kan een feromoonspray worden gebruikt in de auto (sprayen minimaal 20 minuten vóór vertrek met ramen en deuren dicht). Een feromoon is een soortspecifiek lichaamseigen stofje dat een actieve rol speelt bij de positieve sociale communicatie en een stress reducerende werking kan hebben. Voor honden is er Adaptil® op de markt (voorheen DAP genoemd, Dog Appeasing Pheromone). Ook zijn er diverse voedingssupplementen verkrijgbaar, zoals Zylkène® (van Vetoquinol) of Telizen® (van Virbac), waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat zij een stress/angst reducerende werking kunnen hebben zonder bijwerkingen. Start een week voor vertrek. Wells (2006) toonde aan dat de geur van lavendel honden bij het autorijden kalmeerden: de experimentele honden met lavendelgeur spendeerden significant meer tijd aan rusten en zitten en minder tijd aan bewegen en vocaliseren gedurende de autorit. Middelen om een dier slaperig te maken tijdens het reizen zijn niet aan te raden, omdat de bijwerking een lage bloeddruk en afkoeling kunnen zijn.

Bovenstaande uitgebreide en nuttige informatie is verstrekt door de Gedragskliniek voor dieren van de Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht

reisziekte