De kater Bobo waarbij de suikerziekte weer verdween...

Bobo is een gecastreerde kater van bijna 14 jaar. Zijn baasje kwam in november met hem op consult omdat hij een aantal dagen niet lekker was. Hij at minder en leek pijn te hebben in zijn bekje. Hij dronk al een tijdje meer dan voorheen en was sinds juli een halve klio afgevallen.

Hij had een ontsteking bij één van zijn onderhoektanden, zat slecht in zijn vacht en had een hartruisje. Er werd besloten om een bloedonderzoek te doen, ook in verband met een eventuele narcose voor de behandeling van het gebit. Bij dit bloedonderzoek bleek echter dat zijn suikerspiegel veel te hoog was! Deze was bijna 28 terwijl een normale suikerspiegel bij de kat rond de 5 zit.

Hij kreeg een antibioticum en pijnstiller voor de ontsteking bij zijn hoektand en er werd gestart met het spuiten van insuline, tegen de suikerziekte.

Ook werd er besloten om een fructosamine bepaling te doen. Dit is een stofje dat verhoogd meetbaar is in het bloed, als de suikerspiegel al een aantal weken afwijkend verhoogd is. Door stress tijdens een bezoek aan de dierenarts kan de suikerspiegel tijdelijk iets omhoog gaan bij een kat. Deze waarde bleek sterk verhoogd (624, terwijl deze tot 365 mag zijn) en gaf dan ook de bevestiging dat de suikerziekte al langer aanwezig is was.

Suikerziekte bij honden en katten is niet te behandelen met tabletten, maar alleen in de vorm van injecties met insuline, die 2 x daags toegediend moeten worden met een interval van 12 uur. Lees meer over suikerziekte.

5 dagen later kwam Bobo op controle en ging het al veel beter. Er werd een suikerspiegel van 14.4 gemeten en hij at goed. Er werd besloten om de dosering van de insuline nog iets te verhogen en te starten met speciale voeding voor katten met suikerziekte.

Een weekje later ging het goed, de suikerspiegel was gedaald naar 10.2. Deze mocht nog iets lager dus de dosering van de insuline werd nog iets opgehoogd. Weer een week later was de suikerspiegel:5.4, dit was perfect! Wel werd er nog een controle gepland voor 2 weken erna, om te kijken of het stabiel zou blijven.
Bobo at heel goed en deed het verder prima. Zijn suikerspiegel zat toen echter op 3.4, dat werd te laag. De dosering insuline werd iets teruggezet. Een week later belde het baasje dat Bobo zo'n vreemd gedrag vertoonde. Hij leek wat sloom en de eigenaar dacht dat Bobo een hypo (te lage suikerspiegel) had gehad. Ze had wat jam gegeven en daarop leek hj zich beter te voelen. Bij de controle was de suikerspiegel inderdaad verder gedaald naar 2.6 en de insuline werd weer iets teruggeschroefd. Ondertussen had Bobo ook een pijnstiller gekregen tegen zijn stijfheid vanuit zijn gewrichten en daarop deed hij het heel goed.
In de controles daarna bleef de suikerspiegel aan de laag normale kant en werd de insuline uiteindelijk afgebouwd tot een hele lage hoeveelheid. Het leek erop dat de alvleesklier, waar de lichaamseigen insuline gemaakt wordt, de functie weer overnam...
En inderdaad, en kleine maand later was de suikerspiegel 6.4 en werd er besloten om helemaal te stoppen met insuline. Het baasje van Bobo hoefde niet meer te spuiten 2 keer per dag! Wel was het advies om door te gaan met de speciale dieetvoeding en goed op het gewicht te letten!
Na ruim 2 weken zonder insuline werd er een suikerspiegel van 6.8 gemeten. Fantastisch! Bobo was genezen van de suikerziekte! We zien dit gebeuren bij 25% van de katten waarbij de diagnose suikerziekte wordt gesteld. Als we er snel bij zijn en er adequaat en goed wordt behandeld, met het juiste dieet, kan de alvleesklier tot rust komen en eventueel herstellen. Het gaat overigens nog steeds heel goed met Bobo, hij mag lekker rustig, zonder dagelijkse prikjes, van zijn oude dag blijven genieten!

Zijn baasje stuurde onlangs nog een bericht dat ze erg trots op hem is. s'Ochtends blijft hij net zo lang met zijn pootje aaien totdat zijn baasje opstaat. Hij geniet van een zonnetje en is een enorme knuffelkater. Hij staat op de speciale diabetes voeding en krijgt af en toe iets lekkers.