Moet ik mijn kat laten vaccineren (inenten)?

Tegen sommige ziekten bestaan geen goede medicijnen of andere behandeling. Die ziekten kunnen dus niet, of niet goed behandeld worden. Gelukkig is het mogelijk katten tegen de meest gevaarlijke en besmettelijke ziekten te laten vaccineren. 

Wat is vaccineren?

Een vaccinatie lijkt eigenlijk een beetje op de ziekte zelf. De kat bouwt daardoor weerstand op tegen die ziekte. Als een kat bijvoorbeeld kattenziekte krijgt en daarvan herstelt, is hij een tijd lang beschermd tegen die ziekte. Hij heeft weerstand (immuniteit) opgebouwd.

Dankzij die weerstand kan het kattenziektevirus de kat een tijd lang niet meer ziek maken. De natuur zorgt dus zelf voor immuniteit. Helaas gebeurt dit meestal met ernstige ziekteverschijnselen.

Bij een vaccinatie gaat het afweersysteem van de kat ook afweerstoffen maken tegen de ziekte waartegen is gevaccineerd. De kat is daardoor een bepaalde periode beschermd tegen die ziekte. Het vaccin bevat zwakke of dode ziekteverwekkers, waardoor de kat na vaccinatie niet ziek wordt.

Welke ziekten?

We kunnen tegen de volgende ziekten vaccineren:

  • Kattenziekte
  • Niesziekte
  • Hondsdolheid

Vaccinatie tegen kattenziekte

Vaccinatie tegen kattenziekte geeft een goede en langdurige bescherming. Als de moederpoes goed is gevaccineerd en de kittens meteen na de geboorte voldoende moedermelk drinken, krijgen de kittens een uitstekende bescherming van de moeder mee. De moeder moet daarvoor vóór het dekken gevaccineerd worden; vaccineren tijdens de dracht met levende vaccins wordt ernstig ontraden. 

De kittens worden twee keer gevaccineerd, waarbij de tweede vaccinatie plaatsvindt nadat ze 12 weken oud zijn. De tijd tussen de twee vaccinaties mag maximaal vier weken zijn. 

De volgende vaccinatie gebeurt als de kat ongeveer 1 jaar oud is. Daarna wordt vaccinatie tegen kattenziekte om de 2 jaar aanbevolen.

Vaccinatie tegen niesziekte

De vaccinatie tegen niesziekte geeft geen 100% bescherming. Dit komt door de vele besmettelijke en niet-besmettelijke factoren die bij niesziekte een rol spelen. Toch zijn vaccinaties van groot belang om de kans op niesziekte zo klein mogelijk te maken. Als uw kat toch ziek wordt, zijn de  verschijnselen lichter dankzij de vaccinatie. 

Niesziekte kan meerdere oorzaken hebben waarvoor aparte vaccins bestaan. Het vaccin tegen de bacterie Bordetella bronchiseptica, een neusdruppelvaccin, kan al aan kittens vanaf 4 weken worden gegeven. Vaccins tegen de andere niesziektecomponenten worden per injectie toegediend. Deze mogen meestal pas vanaf 8 weken leeftijd worden gegeven.

Schema

Meestal krijgt een kitten een eerste vaccinatie rond de 9 weken. Voor een goede basisbescherming moet deze vaccinatie 3 tot 4 weken later worden herhaald. Als een kitten al op jongere leeftijd te maken heeft met niesziekte in de omgeving, kan uw dierenarts besluiten al vóór de leeftijd van 9 weken te vaccineren. Uiteraard moeten de vaccinaties dan herhaald worden op de manier zoals hierboven beschreven. 

Na de basis-vaccinatie is het raadzaam om jaarlijks tegen niesziekte te vaccineren.

Vaccinatie tegen hondsdolheid (rabiës)

De vaccinatie tegen rabiës is gebaseerd op dood rabiësvirus. De eerste vaccinatie met Nobivac Rabiës kan vanaf 3 maanden gegevens worden. De vaccinatie beschermt drie jaar tegen de ziekte. De eisen voor de verschillende landen verschillen sterk. Daarom is het verstandig om ruim van tevoren contact op te nemen met uw dierenarts.

Veelgestelde vragen

Mijn buren laten hun kat nooit vaccineren en dat gaat ook goed. Waarom zou ik het dan wel doen?

Inderdaad komt het voor dat dieren die niet (regelmatig) worden gevaccineerd gezond blijven. Helaas zien we daarentegen maar al te vaak dat niet-gevaccineerde katten wel ziek worden. De kans daarop hangt af van de kans op besmetting van de kat.

  • Bij een 'binnenkat' die geen contact heeft met soortgenoten of met eigenaren van zieke katten, is de kans op besmetting klein. Maar als zo’n kat toch besmet wordt, kunnen de gevolgen zeer ernstig zijn.
  • Katten die regelmatig contact hebben met soortgenoten (met name met niet-gevaccineerde dieren die kiemen bij zich dragen) hebben een grote kans op besmetting.

In de praktijk komen de meeste katten regelmatig met andere katten in contact, daarom is het verstandig katten regelmatig te laten vaccineren.

Is een vaccinatie pijnlijk voor de kat?

De kat voelt de prik natuurlijk. De reactie verschilt per dier. De ene kat reageert nauwelijks, terwijl de andere 'moord en brand' schreeuwt. Onzekerheid en angst voor de vreemde omgeving zullen hierbij zeker een rol spelen. Ook de houding van de eigenaar kan van belang zijn: als u zelf al bang bent voor een prik is het verstandig om iemand met de kat naar het spreekuur te laten gaan die die angst niet heeft.

In advertenties staat vaak: 'gevaccineerd en ontwormd'. Betekent dit dat de kat niet meer gevaccineerd hoeft te worden?

Nee. Dit betekent alleen dat de kat een vaccinatie heeft gehad. Afhankelijk van de leeftijd van de kat en het soort vaccin kan de gegeven vaccinatie al dan niet voldoende bescherming geven. Om hierover meer duidelijkheid te krijgen is het verstandig om met het dierenpaspoort even naar uw eigen dierenarts te gaan.

Mijn katten komen nooit buiten. Moeten ze nu toch gevaccineerd worden?

Ja. Een kat die nooit buiten komt en nooit gevaccineerd is, heeft geen weerstand opgebouwd tegen de belangrijkste besmettelijke ziekten. Als uw kat dan in contact komt met andere katten (of als u zelf of een bezoeker ziekten via handen, schoeisel of kleding overbrengt op uw katten) is hij/zij
extra vatbaar. Een vaccinatie helpt uw kat om een goede weerstand op te bouwen.